Armagnac wordt gemaakt van een bepaalde druif, genaamd de 'Folle Blanche'. In de streek van Armagnac werd deze druif de 'picpouille' genoemd. Tegenwoordig worden ook andere druivensoorten gebruikt zoals de Ugni blanc, Colombard, Blanquette en de Mauzac. Het alcoholpercentage bedraagt ongeveer 52%. De streek van Armagnac is gelegen ten oosten van de Landes en ten noorden van de Pyreneeën in het hart van Gascogne. Armagnac kan als digestief gedronken worden en met ijsblokjes is het geschikt als aperitief. Voorts kan het ook gebruikt worden in cocktails of longdrinks. Net zoals cognac moet armagnac niet te warm gedronken worden: de beste temperatuur is rond de 18°C. Armagnac smaakt bijzonder goed bij foie gras. Armagnac wordt gemaakt door witte wijn te distilleren. Dit gebeurt in een speciale distilleerketel, de 'alambic'. Het distilleren gebeurt maar één maal en er wordt geen suiker toegevoegd. Na het distilleren moet de armagnac rijpen in houten vaten. Het hout voor die vaten is afkomstig van eikenbomen uit Gascogne. De armagnac wordt beter naarmate hij langer gerijpt heeft.